Fijnmotorische motoriek
Het jonge kind ontwikkelt zich in de eerste jaren vooral grofmotorisch. Hoe ouder een kind hoe meer het zich ook fijnmotorisch ontwikkelt. De peuter heeft een gevoelige periode voor details waardoor het fijnmotorische activiteiten heel gemakkelijk kan leren.
De oog-hand-coördinatie wordt steeds beter en ook neemt de zelfredzaamheid van de peuter toe. Hij vindt het leuk en interessant om dingen te doen die volwassenen ook doen: zoals mama iets poetst of hoe papa met zijn auto aan het sleutelen is.
Doordat de zelfstandigheidsontwikkeling echt een sprongetje maakt in de peuterperiode, door zijn verfijndere motoriek en de interesse in imitatie, werken huishoudelijke werkjes echt tot de verbeelding van peuters. Wij bieden daarom een rijk aanbod aan verschillende soorten huishoudelijke werkjes, zoals: schenk-, schep-, poets-, trechter-, zeef-, vouw-, pincet-, was- en ophangwerkjes. Kinderen worden door deze werkjes als het ware voorbereid op activiteiten uit het dagelijks leven.
Doordat leidsters deze werkjes regelmatig wisselen, blijft het aanbod aantrekkelijk en uitdagend voor de leergierige peuter.
Naast de huishoudelijke werkjes is er tevens een ruim aanbod aan creatieve werkjes waarbij ook telkens een beroep wordt gedaan op de fijne motoriek. Dit geldt ook voor veel overige werkjes. Voor bijna alles gebruiken kinderen hun fijn motorische vaardigheden; bij het bouwen met logo, het maken van een puzzel, met insteekmozaïek en een sorteerwerkje.